“Weg met dat vieze kussen”! hoor ik mezelf zeggen met wat trillende stem en een traan in mijn
ooghoek.
Marije is een week in mijn Cortijo in Andalusië, ‘gewoon voor de gezelligheid’ én om elkaar te inspireren. Eigenlijk zoals dat ook tijdens onze retraites wel vaker
gebeurt, ontstaan er spontaan mooie dingen. Zo doen we samen een cacao-ceremonie, waarbij er iets heel essentieels diep van binnen bij mij wordt geheeld, althans
het begin is er. En een andere dag staat Marije te schreeuwen, onder de “brug van de waarheid’ (zoals we die voor het gemak genoemd hebben), tijdens een van onze
wandelingen. Het lijkt wel of we met zijn tweetjes op retraite zijn, en met elkaar als liefdevolle bedding.
Ook ontstaat er tijdens haar laatste dagen hier ineens spontaan een opstelling, nadat Marije mij intuïtief de vraag stelt, die ik vooral NIET wil krijgen en
beantwoorden. Als een tegendraads kind zie ik mijzelf antwoorden op haar vragen (ik ben net een mens af en toe 😉 ). We gebruiken allerhande sierkussens uit mijn
woonkamer als ‘representanten’. Dat lelijke roodbruine kussen, dat totaal niet meer in mijn huis past, en heel veel ‘donkerte’ met zich meebrengt benoem ik
spontaan tot representant van het Universum. “Ik heb een haat-liefdeverhouding met het universum”, zeg ik wel eens vaker.
Een tijd geleden zei ik steeds maar “ik zou eigenlijk een grotere auto nodig hebben”, en prompt krijg ik een behoorlijk stevig ongeluk. Ikzelf heb niets, maar mijn
auto is total loss, waardoor ik gedwongen ben een andere auto te kopen, iets wat financieel totaal niet uitkwam, maar dan toch ‘zomaar’ heel goed lukt. Eigenlijk
krijg ik wél vaak wat ik wens of nodig heb, maar het is het dan nét niet of zo.. Alsof het Universum een soort kwajongen is, die aan mijn vlechtjes trekt in de
schoolbanken: ‘ja, hoor, ik zie je en ik vind je leuk, maar juist daarom plaag ik je”.
Om een of andere manier heeft dat ‘niet krijgen wat je écht wilt’ zich in mij vastgezet als een gevoel van ‘afhankelijk zijn’ van het Universum of een
‘slachtofferschap’. “Ik kan toch niet manifesteren”, zeg ik, of “Het zal toch wel weer niet lukken, want: haat/liefde”. Daarbij vergeet ik voor het gemak dan
even dat ik wél ook zelf stappen dien te zetten, of in elk geval duidelijk moet hebben én mag communiceren, wat ik dan wel precies wil of nodig hebt.
En dus hoor ik mezelf tegen Marije zeggen: “Weg met dat lelijke kussen! Het moet naar buiten, ik wil het niet meer zien, ik wil het niet meer in mijn huis”. En dus
gooit Marije het kussen op de patio. “Is het zo goed”, vraagt ze?. “JA”, zeg ik.. maar voel ondertussen van binnen zó mijn twijfel.. Gedurende de dagen, weken die
daarop volgen merk ik dat wat ik écht naar buiten wil gooien, de onduidelijkheid is die er lijkt te bestaan, steeds als ik iets communiceer voor het Universum. Dan
besef ik dat het vooral gaat over de onduidelijkheid in míj. Wát wil ik. Wat heb ik echt nodig? En juist daar zit het in. Ik heb het voor mijzélf niet duidelijk en
dus wiebel ik van het ene standpunt naar het andere.
Tot vandaag. Vandaag weet ik ineens: dít is wat ik écht wil, en ik wil daar voor gaan. Als ik in mijn auto richting Alcaudete rijd, besluit ik het Universum te
bedanken. Ik vertel het dat ik écht wel de hulp zie, en dat ik zelf onduidelijk was en onzeker, en dat het daarom wellicht ook moeilijk is om mij te bereiken, daar
waar ik dacht dat ik het Universum niet kon bereiken. Dus duidelijk formuleer ik mijn plan, mijn wens, mijn behoefte. Ik vraag nederig hulp, want ik kan het niet
alleen, maar ja, ik doe en zal alles doen, wat er nodig is.
Lik op stuk. Dat is het enige wat ik kan zeggen. Ineens gaat alles voorspoedig. De verlenging van mijn ziekenfondskaartje, ik word in de Centro de Salud zelfs met
vriendelijkheid bejegend (in het doorgaans zo bureaucratische en onvriendelijke systeem) en ontvang daar meer hulp zelfs dan ik vraag. Alles gaat van een leien
dakje. Daarna koop ik nieuwe verfspullen om de rest van de patio op te gaan knappen en het dakterras. De eigenaar van de zaak loopt met me mee naar de auto, zet
alles in mijn auto (huh?). En als ik uitstap voor mijn cortijo roept de overbuurman mij en geeft mij een kaartje van de architect van het kadaster die éindelijk is
langs geweest voor een nieuwe opmeting. Mijn cortijo moet namelijk nog officieel worden geregistreerd in het landregister (de vorige eigenaar had dit verzuimd) en
ik maakte mij enorm zorgen dat dat niet zou lukken, waardoor ik mijn cortijo weer zou dienen te verlaten, omdat ik er dan geen zaak zou mogen voeren.
Laat ik nu nét in de auto tegen het Universum hebben gezegd: ik weet het zeker, ik wil hier voorlopig blijven (iets waar ik nog over twijfelde). Ik vind deze
cortijo geweldig, en ik wil het graag tot een succes maken. En wat de toekomst brengt, dat zie ik dan wel, maar voor nú wil ik hier zijn en succesvol zijn.
Het kussen is inmiddels weer terug in mijn woonkamer, maar de lelijke kussenhoes heb ik eraf gehaald, die diende niet meer, en is vervangen door een lichter
exemplaar.
|
Reactie schrijven